Een goede voorbereiding is het halve werk. Belangrijk is dat u de ondergrond vlak en vrij van hobbels en bulten maakt. Vooral bij veel onkruid en grote oneffenheden kunt u beter eerst spitten. Daarna met een hark de aarde vlakstrijken en vervolgens met een roller de grond aandrukken.
De grasmat leggen
Zorg voor het leggen van de graszoden dat de grond voldoende vochtig is, indien nodig van te voren met water besproeien. Zorg ervoor dat de graszoden niet uitdrogen. Maak ze eventueel vochtig en bescherm ze tegen de zon. Rol de graszoden zo snel mogelijk na ontvangst uit, zodanig, dat ze strak tegen elkaar komen te liggen. Geef nu als het zonnig weer is reeds wat water. Strooi tussen de kieren die nog zichtbaar zijn potgrond of bladaarde. Ook de zijkanten aanvullen met grond, zodat deze niet kunnen uitdrogen. Na het leggen van de graszoden moeten ze stevig worden aangerold of aangeklopt. Geef nu in elk geval voldoende water. Geef de eerste paar weken voldoende water. Bij droog weer 2 of 3 maal per dag.
De eerste weken van het gazon
6 à 10 dagen na het leggen zal het gazon al gemaaid moeten worden. Zorg voor een scherp goed afgestelde maaimachine en maai niet korter dan 4 cm. De organische mest die in de grond is gebracht en de kunstmest zullen het gazon de eerste maand ruim voldoende voeding geven. Reeds na 2 of 3 weken zijn de graszoden vastgegroeid. Het gevaar van uitdrogen is nu minder groot. De wortels zitten nog niet diep, dus wel blijven oppassen. Na 4 of 6 weken kunt u wat stikstofmest bijgeven, 1 à 2 kg per 100 m2. Zorg er wel voor dat het gazon niet kan verbranden. En nog een laatste goede raad: loop en speel zo weinig mogelijk op het nieuwe gazon; de zode moet eerst vastgroeien.